Slimmer melken: 3 manieren om je bedrijfsefficiëntie te verbeteren

Geschreven door
Kristine Piccart
Gepost op
14/4/2023

Overkomt dit jou ook wel eens?

Je loopt 10 minuten te zoeken naar de borstel die niet op zijn plek staat. Onverwacht ligt er een pasgeboren kalfje tussen de koeien. Je werknemer is vergeten te melden dat de voorraad reinigingsproducten bijna leeg is… Zulke tijdvreters leiden al snel tot een hoop frustratie en tasten de productiviteit van je bedrijf aan.

Lean management” kan in dit geval een uitkomst bieden: het is een manier van werken (en denken) om dergelijke verspillingen op je bedrijf stelselmatig aan te pakken. Hieronder vind je 3 lean technieken om het werk op je bedrijf te stroomlijnen en efficiëntieverliezen te beperken:

1. Breng eerst de knelpunten in kaart

Een veelgebruikte, simpele methode om een probleem te analyseren is het gebruik van een “visgraatdiagram”. Deze brainstorm-oefening helpt jou en je team nadenken over de mogelijke oorzaken van een probleem, en bijgevolg ook over de mogelijke oplossingen.

Allereerst spreekt het team af welk probleem er aangepakt moet worden. Dit probleem vormt de “kop van de vis” aan de rechterkant (zie afbeelding). Vervolgens moet de “ruggengraat van de vis” aangevuld worden met alle mogelijke onderliggende oorzaken die ingedeeld worden volgens een aantal vaste categorieën (bv. Mens, Methode, Materiaal, Machines, …). Zo kan je de belangrijkste knelpunten in kaart brengen en vervolgens de meest geschikte oplossingen selecteren.

Voorbeeld van een visgraatdiagram
Een voorbeeld van een visgraatdiagram

Deze denkoefening neemt ongeveer 30 minuten tijd in beslag, en je hebt enkel een bord, kleefbriefjes en wat stiften nodig.

2. Visualiseer het werk dat moet gebeuren

Als bedrijfsleider weet je waarschijnlijk perfect welke taken moeten uitgevoerd worden, maar voor je werknemers of meewerkende gezinsleden is dat niet altijd zo evident. Door het werk te visualiseren en overzichtelijk te maken, is iedereen meteen op de hoogte van de taken die nog moeten gebeuren. Eén beeld zegt immers meer dan 1.000 woorden.

Een manier om werk zichtbaar te maken, is het “Kanban” bord. Een Kanban bord is een eenvoudig hulpmiddel dat uit Japan is overgewaaid en al langer ingeburgerd is in andere industrieën. Het klassieke Kanban bord staat op een centrale plaats (bv. in het kantoor) en bevat verschillende kolommen om taken in te delen al naargelang hun voortgang (zoals “uit te voeren”, “bezig” en “afgewerkt”). Zo zien werknemers duidelijk welke taken er in de komende dagen of weken nog uitgevoerd moeten worden. Afhankelijk van de situatie overloop je als bedrijfsleider het bord dagelijks of wekelijks samen met je team.

Een voorbeeld van een kanban bord in de melkstal
Een Kanban bord om taken zichtbaar te maken. Elke werknemer krijgt hier zijn eigen kleur. 

In het bovenstaande praktijkvoorbeeld koos de veehouder voor een versie van het Kanban-bord met specifieke, niet-routinematige taken aan de linkerkant (bv.tepelvoeringen vervangen). De rechterkant van het bord wordt hier gebruikt alsmeldpunt voor bestellingen, robotstoringen en manke koeien.  

3. Leg je streefdoel vast en volg dit op

Meten is weten. Enkel door streefdoelen vast te leggen en de vooruitgang met kengetallen op te volgen, kan je weten of je bedrijf de goede richting uitgaat. Kengetallen of “kritieke prestatie-indicatoren” (KPI’s) zijn dus meetbare cijfers die vertellen hoe het gaat met een bepaald onderdeel van het bedrijf. Enkele veelgebruikte KPI’s in de melkveehouderij:

  • Melkproductie
  • Celgetal
  • Afkalfleeftijd
  • Gem. aantal dagen tot 1e inseminatie
  • Sterftecijfers kalveren
  • Gedwongen afvoer
  • Conditiescore
  • ...

Deze cijfers zitten vaak verstopt in software, losse notities of verslagen, maar eigenlijk zou het volledige team er makkelijk zicht op moeten hebben. Ook hier kan een simpel whiteboard in het kantoor een uitkomst bieden. Natuurlijk hoef je niet alle mogelijke kengetallen of KPI’s continu te monitoren: selecteer enkel degene die van toepassing zijn voor jouw situatie.

 

Wat brengt het op?

Dat lean management ook voor melkveehouders positieve effecten kan hebben, werd al eerder bevestigd door Zweeds onderzoek [1].

Een Zweeds melkveebedrijf met 230 koeien werd in dit traject begeleid bij optimaliserenvan hun bedrijfsprocessen via lean management. Na een bedrijfsanalyse werden verschillende verbeteringen voorgesteld zoals het opstellen van gestandaardiseerde werkprotocollen voor de werknemers, het bijhouden van de belangrijkste kengetallen op een whiteboard, het opruimen en organiseren van de werkplekken, het opzetten van wekelijkse meetings met alle teamleden, ...

Drie jaar na de start van het traject, bleek de melkproductie met maar liefst 15% gestegen te zijn (van 9.600 kg naar 11.000 kg per koe per jaar). De afkalfleeftijd zakte van 26 naar 24 maanden, en het celgetal daalde eveneens van 275.000 cellen/ml naar 150.000 cellen/ml.

“Je moet er wel voor zorgen dat je een systeem hebt waarbij de nieuwe routines zichtbaar zijn en opgevolgd worden, anders bestaat het risico dat je nieuwe werkwijze niet aanslaat." (Bedrijfsleider)

Hoe kan Cow Coach je helpen?

Cow Coach begeleidt melkveehouders bij het verbeteren van hun arbeidsorganisatie en productiviteit. Door de lean filosofie te combineren met data-gedreven inzichten verlagen we de werklast en versterken we de samenwerking op het bedrijf.

De melkveebedrijven die door Cow Coach begeleid worden, geven na amper 3 maanden al een hogere tevredenheidsscore aan de samenwerking en arbeidsorganisatie op hun bedrijf.

Heeft dit artikel je geïnspireerd om zelf aan de slag te gaan met lean management op je bedrijf? Wij kunnen je hierbij op weg helpen. Vraag nu een gratis, vrijblijvend introductiegesprek aan om samen na te denken hoe we jouw bedrijf vooruit kunnen helpen.

Of wil je meer te weten komen over onze werkwijze? Lees dan verder op onze dienstenpagina.

Referenties

[1] Melin, M. and Barth, H., 2020. Value stream mapping for sustainable change at a Swedish dairy farm. International Journal of Environment and Waste Management, 25(1), pp.130-140.