Stijgt het celgetal als je omschakelt naar een melkrobot?

Geschreven door
Kristine Piccart
Gepost op
21/5/2021

In het verleden werd al vaker onderzoek gedaan naar de invloed van automatisch melken op de uiergezondheid. In de beginjaren van de melkrobot zag men dat de overgang naar robotmelken meestal gepaard ging met een (tijdelijke) verhoging van het tankmelkcelgetal. Een Europese studie uit begin 2000 toonde bijvoorbeeld aan dat het celgetal in de eerste 6 maanden na de opstart significant steeg. Na een half jaar zag men het tankmelkcelgetal vervolgens stabiliseren, hoewel het nog steeds hoger bleef dan op melkveebedrijven met een klassieke melkinstallatie [1].

Huidige situatie

Intussenis de melkrobottechniek en kennis er wel sterk op vooruitgegaan. Daarom heeft men in Nederland de oude MPR-cijfers herbekeken en vergeleken met hedendaagse cijfers [2]. En wat blijkt? De stijging in het celgetal op startende robotbedrijven is tegenwoordig veel minder uitgesproken dan vroeger.

Ter illustratie: een Nederlands melkveebedrijf dat in 2007 omschakelde naar melkrobots ervaarde 2 maanden na de opstart een stijging van ongeveer 52.000 cellen/ml. In 2019 was die celgetalstijging daarentegen beperkt tot slechts 20.000 cellen/ml. Mede dankzij een verbeterde melktechniek en begeleiding, ziet men dus dat de celgetalstijging tegenwoordig gering is. Los daarvan is het tankmelkcelgetal op Nederlandse bedrijven sowieso ook beter geworden. Bedrijven die voor de opstart een tankmelkcelgetal van minder dan 150.000 cellen/ml hebben, zullen na de omschakeling meestal ook niet meer boven de grens van 150.000 cellen/ml uitkomen.

Waarom zou het celgetal stijgen?

De omschakeling naar melkrobots is natuurlijk niet alleen een verandering van melktechniek. Meestal gaat de omschakeling ook gepaard met een verandering in de huisvesting, het rantsoen en een uitbreiding van de veestapel. Robotmelkers groeien vaak in sprongen van 60 koeien per robot, waardoor de aankoop van extern vee soms niet uitgesloten kan worden. Dit brengt steeds risico’s met zich mee voor de algemene diergezondheid, en zeker ook voor de uiergezondheid. Daarnaast mag men het stresseffect op de koeien in de opstartfase natuurlijk ook niet onderschatten.

Aandachtspunten

Uit het bovenstaande Nederlandse onderzoek bleek wel dat het percentage koeien met een nieuw verhoogd celgetal nog steeds te veel toeneemt in de opstartfase van de melkrobot. Deze parameter kan wijzen op een verhoogde infectiedruk, een makkelijkere overdracht van bacteriën of een dipje in de weerstand van de koeien. Daarom blijft het toch noodzakelijk om de uiergezondheid van nauwlettend op te volgen voor, tijdens en na de omschakeling naar melkrobots, zodat je kort op de bal kan spelen.

Referenties

[1] Kees de Koning, Betsie Slaghuis & Yvonne van der Vorst (2003)Robotic milking and milk quality: effects on bacterial counts, somatic cellcounts, freezing point and free fatty acids, Italian Journal of Animal Science,2:4, 291-299, DOI: 10.4081/ijas.2003.291

[2] van den Borne, B.H., van Grinsven, N.J. and Hogeveen, H., 2021. Trends in somatic cell count deteriorations in Dutch dairy herds transitioning to an automatic milking system. Journal of Dairy Science, 104(5), pp.6039-6050.